Buikwandcorrectie, Abdominoplastiek
- de klassieke buikwandcorrectie = abdominoplastiek met correcties tot aan de ribbenboog en verschuiven van de navel;
- de beperkte buikwandcorrectie = mini-abdominoplastiek correcties uitsluitend tot net boven de navel zonder deze de verplaatsen;
- de T-splitsing = uitgebreide buikwandcorrectie met aanvullende verticale incisie. Bij erg veel huidoverschot kan niet van deze incisie worden afgezien.
- de bovenbuikwandcorrectie met incisie in plooi van de onderborst. Deze chirurgische ingreep wordt wegens frequente problematische littekenvorming nauwelijks toegepast.
Hebt u vragen over onze behandelingen, neem dan contact met ons op. Een afspraak maken:
Gerelateerde termen: buikwandplastiek, buikversteviging, mini-abdominoplastiek, vetschortplastiek, vetschort, vetschortcorrectie.
Met welke chirurgische technieken wordt de buikwandcorrectie veelal gecombineerd?
- Er wordt gebruik gemaakt van een cirkelvormige incisie wanneer er tevens in de onderrugzone sprake is van een huidoverschot of wanneer er aanvullend een billenlift zal worden uitgevoerd.
- Veelal wordt een buikwandcorrectie gecombineerd met een liposuctie. Daarbij worden de heupbuffers van de buik aangepast of wordt het buikvet enigszins uitgedund.
- Bij gewichtsverlies bij vrouwen is er meestal sprake van dat ook de boezem is verslapt, zodat de buikwandcorrectie gelijktijdig met een borstcorrectie kan worden uitgevoerd.
Wat zijn de redenen voor een buikwandcorrectie?
De belangrijkste indicatie voor een buikwandcorrectie of abdominoplastiek is de staat van het lichaam na afloop van een zwangerschap (meestal meerlingenzwangerschappen) en bij een forse gewichtafname nadat er eerst sprake was van extreem overgewicht (obesitas = vetzucht, extreme vorm = adipositas permagna).
Hierbij kan de buikhuid massaal zijn opgerekt. Daarnaast is veelal ook sprake van een uitgezette buikwand, die bestaat uit buikspierweefsel en vaste vezelweefsels bestaat. Dit laatste kan ook bij slanke vrouwen resulteren in een zogenoemde kogelbuik. Een oppervlakkige buikwandcorrectie in het huidniveau geeft in deze situaties niet het juiste resultaat. Van belang is om tevens een inwendige correctie van de buikwand uit te voeren.
De situatie waarbij de buikspierweefsels sterk uiteenwijken in een linker- en rechterhelft, wat rectus-diastase wordt genoemd, kan met een buikwandcorrectie op spierniveau worden gecorrigeerd (zie hieronder: het inwendige korset).
Ook bij overmatig gewichtsverlies, dat in principe tot soortgelijke veranderingen leidt, vormt vaak een indicatie voor een buikwandcorrectie, waarbij het enorme huid-vet-overschot (vetschort) op de voorgrond staat.
Hoe ziet een typisch verloop eruit?
Minimaal twee weken voorafgaand aan een buikwandcorrectie moet er met het roken worden gestopt om het risico van problemen bij de wondgenezing te minimaliseren. Na voltooiing van de wondgenezing is dit risico niet meer actueel. Voor de duur van de chirurgische ingreep moet ca. 2 uur worden gerekend. De procedure wordt onder algehele anesthesie uitgevoerd. De incisieomvang is afhankelijk van de hoeveelheid te verwijderen weefsel. Afhankelijk van de omvang van de buikwandcorrectie wordt een verblijf het ziekenhuis van 1-2 dagen aanbevolen; bij aanzienlijk weefseloverschot mogelijk langer.
Hoe wordt een buikwandcorrectie uitgevoerd?
Het basisprincipe van de abdominoplastiek bestaat uit het verwijderen van het overschot aan huid- en vetweefsel. Dit wordt bereikt met een incisie, die boven de schaamstreek en vervolgens zijdelings naar boven loopt in de richting van het schaambeen. Deze lijn kan aangepast worden aan de badkleding of het ondergoed. Om het mogelijk te maken om veel huid te kunnen verplaatsen moet het vetweefsel van de buikwand worden losgemaakt, en wel tot aan de onderzijde van het borstbeen. Alleen op deze manier kan met een buikwandcorrectie tevens een effect worden bereikt in de bovenbuikzone.
De navel wordt uitgesneden en op zijn nieuwe plek ingenaaid. Vanzelfsprekend wordt getracht zo min mogelijk littekens te veroorzaken en af te zien, indien mogelijk, van het creëren van een verticaal litteken dat, op de middenlijn, vanaf de schaamstreek tot de navel reikt.
Er zijn echter situaties denkbaar waarbij afhankelijk van het type buikwandcorrectie er onoverkomelijk een litteken over de middellijn achterblijft:
- Beperkte buikwandcorrectie: Soms kan er onvoldoende huidweefsel worden verwijderd om het oorspronkelijke navelbereik te verbergen in het verticale litteken. Dit probleem wordt vervolgens met een kleine verticale hechting verholpen.
- Uitgebreide buikwandcorrectie: De hoeveelheid huidoverschot is dermate dat er ook in een verticale richting huid verwijderd moet worden. Dit leidt tot een verticale hechting op de middellijn. Het incisiepatroon lijkt op een lelie. Vandaar de naam voor deze techniek: fleur-de-lys.
Bij een verhoogde mate van vetdepots wordt een klassieke buikwandcorrectie uitgevoerd ten gunste van de weefselschoning bij de vetschortverwijdering (zie hieronder).
Bovenste afbeelding: slappe buik na de zwangerschap.
De volgende 4 afbeeldingen tonen het gebied dat met behulp van de buikwandcorrectie wordt gecorrigeerd. De witte lijnen geven de locatie van de hechtingen aan:
1. beperkte buikwandcorrectie (ook bekend als mini-abdominoplastiek)
2. klassieke buikwandcorrectie
3. beperkte “fleur-de-lys”-buikwandcorrectie
4. uitgebreide “fleur-de-lys”-buikwandcorrectie
Wat verstaat men bij de abdominoplastiek onder een “inwendige korset”?
Wordt een buikwandcorrectie uitgevoerd, dan dient u er rekening mee te houden dat het overmatige weefsel veelal ook de buikwand resp. de buikspieren omvat. Indien de beide rechte buikspieren uiteenlopen, dan kan naast het verslappen van de buikhuid tevens een zogenoemde rectusdiastase optreden. Dergelijke ontwikkelingen komen voor wanneer er in aanvulling op de buikwandcorrectie een zgn. ‘inwendig korset‘ wordt geplaatst. Met behulp van een specifieke hechtingtechniek, waarbij men de buikspieren ontziet en de hechting op hun stugge omhulsel plaatst, maakt de inwendige correctie van de buikwand mogelijk. Met deze hechtingtechniek is het mogelijk om de buik zowel in horizontale als in verticale richting te corrigeren.
De navel wordt verplaatst.
In het kader van de klassieke buikwandcorrectie / abdominoplastiek wordt de navel verplaatst. Er bestaan vele techniekbeschrijvingen voor het verplaatsen van de navel. Kort samengevat is het doel van deze technieken de nieuwe navel zo natuurlijk mogelijk uiterlijk mee te geven. Daaraan voldoen slechts een beperkt aantal methoden.
Een passende vormgeving van de navel is een belangrijk onderdeel van de buikwandcorrectie, omdat de navel niet in een bikini of een zwembroek kan worden verborgen. Daartoe wordt een natuurlijk ogende navel in trechtervorm gevormd en de hechting wordt daarin onzichtbaar verwerkt.
Wat is een “champagnebuik”?
In de volksmond wordt met een “Champagnebuik” een buik bedoeld met een uitdieping tussen de rechte buikspieren. Deze buikvorm vinden sommigen bijzonder aantrekkelijk. Het behoort tot de mogelijkheden om, op verzoek van de patiënt, deze buikvorm via een buikwandcorrectie toe te passen.
Waar moet ik op letten bij de combinatie van buikwandcorrectie en liposuctie?
Het kan nuttig zijn de buikwandcorrectie / abdominoplastiek te combineren met een liposuctie. In vele gevallen bestaat er weliswaar een verslapping van de buikhuid, maar is er tevens sprake van een overduidelijk vetweefseloverschot. In dergelijke situaties is het mogelijk om eerst het vet af te zuigen en vervolgens de buikwandcorrectie uit te voeren. Sommige plastisch chirurgen voeren beide ingrepen direct na elkaar uit. Dit doen zij om hun patiënten niet voor een tweede chirurgische ingreep terug te laten komen, bovendien wordt voorkomen dat een patiënt opnieuw onder narcose wordt gebracht. Anderen zijn van mening dat er sprake is van een verhoogd risico van problemen bij de wondgenezing door het beschadigen van vetweefsel bij de liposuctie en hebben de voorkeur voor twee afzonderlijke ingrepen om het risico voor complicatie na de buikwandcorrectie niet te verhogen.
De bovenbuikwandcorrectie is een techniek die zelden wordt toegepast.
De bovenbuikwandcorrectie is een techniek die zelden wordt toegepast. De techniek is van nut bij patiënten die naast een buikwandcorrectie tegelijkertijd een borstververkleining of een borstlift wensen. De incisie die in de plooi van de onderborst wordt gemaakt tijdens de borstingreep wordt tevens gebruikt voor de buikwandcorrectie. Zo wordt de huid van de bovenbuik inclusief het daaronder gelegen vetweefsel naar boven gezogen en wordt het overschot verwijderd via de incisie in de plooi van de onderborst. Het nadeel van deze handeling is echter dat de beide incisies in het midden van de plooi van de onderborst moeten worden gecombineerd om voldoende weefsel te kunnen verwijderen. Juist op deze plek, ter hoogte van het borstbeen, ook bij een fijnere hechtingtechniek, komt het veelal voor dat er een onaantrekkelijk opgezet hypertrofisch litteken wordt gevormd.
Ligt het overtollige weefsel niet alleen in het gebied van de bovenbuik, dan kan deze techniek worden gecombineerd met een kleine onderbuikwandcorrectie. De navel wordt in deze situatie niet verplaatst.
Over het geheel genomen wordt dit type buikwandcorrectie slechts in uitzonderlijke situaties toegepast.
Wat is het verschil met de vetschortverwijdering?
Een bijzondere vorm van buikwandcorrectie is de vetschortcorrectie. De patiënten bij wie deze ingreep wordt uitgevoerd hebben in de meeste gevallen nog steeds overgewicht.
De volledige, klassieke buikwandcorrectie wordt in deze situatie van overgewicht niet aanbevolen. Vetweefselmassa vertoont in vele gevallen een slechte doorbloeding, waardoor er sprake is van een verhoogd risico op complicaties zoals: problemen bij wondgenezing, infecties, vetweefselnecrose (afsterven van vetweefsel) en bloeduitstortingen. De buikwandcorrectie wordt teruggebracht tot het minimaal noodzakelijke om het ontstane wondoppervlak zo gering mogelijk te houden. Via de hierboven beschreven horizontale incisie wordt de vetschortcorrectie uitgevoerd. De wond wordt vervolgens gehecht in lagen.
De navel wordt niet verplaatst en de preparering op de buikwand wordt slechts tot aan de navel uitgevoerd en niet, zoals bij de buikwandcorrectie tot aan het borstbeen. Zo is het wondoppervlak beduidend kleiner. Op deze wijze wordt een verbeterde doorbloeding bereikt van de wondranden en het risico op problemen bij de wondgenezing geminimaliseerd.
Wordt de abdominoplastiek vergoed door zorgverzekeraars?
Tegemoetkomingen van zorgverzekeraars voor de kosten van een abdominoplastiek worden steeds zeldzamer. Om in aanmerking te komen moet er veelal sprake zijn van een klinische relevantie, vergelijkbaar met situaties waarbij een borstverkleining noodzakelijk is.
Waar moet ik op letten bij de nabehandeling van een buikwandcorrectie?
- Drainage
De drainages blijven na de buikwandcorrectie 2-5 dagen gehandhaafd, afhankelijk van de kwantitatieve productie. - Houding
Gedurende de eerste 3 weken dient u zorgvuldig om te gaan met de hechting op de onderbuik. De onderbuik mag niet teveel worden gespannen om oprekken van de hechting te voorkomen. Tijdens het slapen ligt de patiënt op de rug in de zogenoemde knipmeshouding, zodoende wordt spanning op de hechtingpositie verminderd. Na de buikwandcorrectie dient de patiënt tijdens het lopen en staan een licht gebogen houding aan te houden. Een goede stoelgang is eveneens belangrijk en kan bij het risico op verstopping (obstipatie) worden ondersteund met milde laxeermiddelen. Voedingsmiddelen die obstipatie en winderigheid veroorzaken moeten worden vermeden. Teveel druk uitoefenen tijdens de ontlasting kan ertoe bijdragen dat de inwendige korsethechtingen sneller dan gewenst worden opgerekt. - Compressie
Gedurende de eerste 24 uur na de buikwandcorrectie is het belangrijk dat de patiënt stil ligt, zodat een klein bloedvat, dat is onderbroken of afgebonden, niet opnieuw openspringt. Aanvullend wordt voor de nacht een compressieverband aangelegd om de kans op een bloeding te verminderen. In de eerste dagen of weken zijn zwellingen en milde bloeduitstortingen van de huid normaal. Aansluitend dient de patiënt gedurende de 6 weken na de buikwandcorrectie een steunend korset te dragen. - Hechtdraden
Aan de oploshechtingen mag niet worden getrokken. De niet-oploshechtdraden worden niet eerder dan 14 dagen na de ingreep verwijderd. - Douchen
Vanwege de nabijheid van de schaamstreek worden waterbestendige verbanden in de meeste situaties niet toegepast. Douchen is pas toegestaan nadat de drainages zijn verwijderd (2-5 dagen). In de periode daaraan voorafgaand moet het verband droog blijven. - Sporten
Na de chirurgische ingreep moeten sporttypen, die leiden tot bijbehorende bewegingen van de buik en/of inspannend zijn, gedurende 4-6 weken worden vermeden.
Welke complicaties kunnen zich voordoen bij een buikwandcorrectie?
Een gezegde onder chirurgen zegt dat er 2 typen chirurgen zijn waarbij het woord complicatie niet in hun woordenboek voorkomt:
de ene chirurg opereert niet en de andere liegt.
Uw plastisch chirurg dient u uitvoerig van de mogelijke complicaties en waarschuwingen te informeren,
zodat zij snel worden waargenomen en adequaat worden behandeld om erger te voorkomen.
Hieronder worden in het kort de belangrijkste complicaties beschreven die bij een buikwandcorrectie kunnen optreden:
- Postoperatieve zwellingen
Na de buikwandcorrectie is een zekere mate van postoperatieve zwellingen normaal. Zij kunnen als gevolg van kleinere bloed- of lymfevloeistofuitstortingen sterker tot uitdrukking komen. Postoperatief zijn ook enige verhardingen normale verschijnselen. Deze veranderingen verbeteren zich zienderogen in de eerste postoperatieve weken. In deze fase wordt compressiekleding dringend aanbevolen, die gedurende 6 weken gedragen dient te worden. Maar ook daarna kunnen lichte tot matige zwellingen zichtbaar zijn. Incidenteel komen zwellingen direct ter hoogt van het litteken voor; veelal verklaard als zijnde een ophoping van lymfevloeistof. Deze lymfezwellingen worden ook waargenomen na de uitvoering van een keizersnede en verdwijnen veelal pas na enkele maanden. - Bloeduitstortingen
Bij de operatie ontstaan grote wondoppervlakken. Het is daarom uiterst belangrijk een accurate bloedstollingfunctie tot stand te brengen. Met de daaropvolgende compressie en het inbrengen van drainages zijn grotere bloeduitstortingen zeldzaam bij patiënten zonder stollingsstoornissen. Kleinere hematomen kan het lichaam zelfstandig afbouwen, grotere benodigen zo nodig een operatieve verwijdering. - Bloedingen
Bloedingen komen in de regel niet voor vanwege een zorgvuldige controle van de bloedstollingfunctie en een afsluitende compressie. De bij onderdeel bloeduitstortingen beschreven onderwerpen zijn ook hier van toepassing. - Littekenvorming na de buikwandcorrectie
De vorming van de zogenoemde hypertrofische littekens (of in het ergste geval, keloïden) kan incidenteel optreden bij mensen met een aanleg voor problemen bij littekenvorming. - Letsel van aangrenzende structuren (zeer zeldzaam)
Indien er sprake is van buikwand- of navelbreuken kan er sprake zijn van darmletsel. - Infecties
Het infectierisico dient te worden gereduceerd door uiterst steriele werkomstandigheden en eventueel met een antibioticaprofylaxe. - Dog-ears (hondenoren)
Aan beide uiteinden van de horizontale incisie ontstaat er een huidoverschot. Hoe extremer de diagnosis, des te omvangrijker de buikwandcorrectie en des te groter het volume aan huidoverschot. Zij lijken op kleine hondenoren, vandaar de naam dog-ears. Een enkele maal is het verwijderen van deze overtollige huid bij de heupen nodig om een overmatige verbreding van de littekens te verhinderen. Deze ingreep is onderdeel van de buikplastiek en wordt terughoudend toegepast. Met bepaalde hechtingtechnieken kan men deze overtollige huid verminderen. Men zet daarbij in op zij binnen 3-6 maanden vervlakken en vervolgens niet meer zichtbaar zijn. Als het gewenste effect niet toereikend is, dan is het mogelijk een kleine correctie uit te voeren onder plaatselijke verdoving. De lengte van het litteken is bij deze ingreep normaliter enigszins korter. - Huidgevoeligheid littekenzone
Aangaande een verminderde gevoeligheid of een gevoelloosheid van het centrale littekengebied moet voor een buikwandcorrectie worden verlicht. Volledige ongevoeligheid komt echter zelden voor. Maar het bovenste deel van het centrale hechtinggebied kan echter een permanente gevoelloosheid blijven bestaan. Dit is veelal het geval na de uitvoering van een keizersnede. - Gevoelige zone
De zogenaamde gevoelige zone ligt bij de buikwandcorrectie boven het verloop van de schaamheuvel. Hier treft men de grootste spanning aan en bestaat er derhalve een hoger risico voor problemen bij de wondgenezing. In dit gebied betekenen geringe problemen bij de wondgenezing dat de wondranden niet goed op elkaar aansluiten. Met antiseptische verbanden kan men dit kleine probleem snel oplossen. Grote problemen bij de wondgenezing komen zelden voor. Meestal gaat het daarbij om patiënten die roken of met diabetes te maken hebben. - Openscheuren van de wond / hechting
Bij teveel spanning en teveel beweging van de romp kan de hechting overbelast worden en scheuren. Daarom moet men, met name in de eerste weken na de buikwandcorrectie, zichzelf zoveel mogelijk ontzien en qua houding een licht gebogen positie aanhouden. - Afsterven van weefsel
Vooral bij zware rokers bestaat de mogelijkheid dat in het grootste spanningsgebied (het midden van het litteken) wegens nicotinewerking de huiddoorbloeding niet meer gewaarborgd is. Met als gevolg dat delen van de huid in dit gebied kunnen afsterven. Afhankelijk van de mate van de afwijking zal het noodzakelijk zijn om over een langere termijn antiseptische verbanden aan te leggen of zelfs een opvolgende correctiechirurgie uit te voeren. Het is om deze reden belangrijk om voorafgaand en na afloop van de buikwandcorrectie niet te roken. - Lymfevloeistofuitstortingen = seroom
Bij een buikwandcorrectie ontstaan relatief grote wondoppervlakken. Deze kunnen op basis van individuele tendensen lymfevloeistof produceren. Meestal komt het niet tot noemenswaardige veranderingen. Soms ontstaan er kleine en middelgrote seromen die zich na verloop van tijd vanzelf oplossen. De grotere lymfevloeistofuitstortingen moeten soms met een injectiespuit worden gedraineerd. - Cosmetisch onbevredigend resultaat
Als onderdeel een effectief adviesgesprek dienen de verwachtingen van de patiënt en het mogelijke chirurgische resultaat duidelijk te worden behandeld om teleurstellingen te voorkomen. In geval van asymmetrieën, suboptimale littekengenezing, etc. is het mogelijk deze te verhelpen met behulp van correctiechirurgie. - Trombose en embolie na de abdominoplastiek
Een trombose-profylaxe met heparine, en steunkousen worden aangeraden. - Het risico van narcose / verdoving wordt hier niet besproken.
Overige onderwerpen
- Liposuctie
Niet zelden wordt de abdominoplastiek gecombineerd met een liposuctie. Hierbij worden veelal de heupen gereduceerd ter ondersteuning van de vormgeving van de taille.